´Nu, wel, Ik rond nu tenslotte af met het laatste en derde deel van dit gesprek wat de Heer met Mij had deze afgelopen nacht. Nu, de witte immense verheerlijkte bladeren van de Boom des levens werden dit keer heel erg, super verheerlijkt en totaal heilig, heel heilig. De bladeren die wit waren, en verheerlijkt, de bladeren van de Boom des levens die Jehova God de Vader in Mijn handen legde, die waren zo krachtig zo verheerlijkt, deze ontspruiten nu tenslotte. Ik kon er bloemen uit zien groeien. Bloemen begonnen uit de verheerlijkte bladeren te groeien. Dus Ik kon nu witte bloemen zien, witte verheerlijkte bloemen. Ze begonnen bloemen te krijgen, bloemen te krijgen. Dus Ik zag de bladeren op zeer krachtige wijze ontspruiten, op zeer immense wijze. Witte super verheerlijkte bladeren, zo verheerlijkt als de heerlijkheid van de Heer. Immens verheerlijkt; toen Ik ze aanraakte werd Mijn hand verheerlijkt.